Theorie over aandacht op losse schroeven

Gepubliceerd op 12 januari 2013 om 15:26

Aandacht is als een mentaal zoeklicht. Zonder je ogen te bewegen, kun je bijvoorbeeld letten op dingen in je ooghoek. Nieuwe vindingen bij apen stellen neurowetenschappers voor een raadsel: hoe wordt dat mentale zoeklicht nu eigenlijk aangestuurd?

Stel; een meter links en rechts van je beeldscherm staan twee lampjes die af en toe aangaan. Hun licht is zo zwak dat je dat vanuit je ooghoeken meestal niet ziet. Als je nu je aandacht vestigt op de linkerkant van je blikveld, terwijl je recht voor je blijft kijken, zal het je vaker opvallen wanneer het linker lampje gaat branden. Dat komt omdat je gevoeliger bent voor kleine veranderingen in het deel van het gezichtsveld waarop je je aandacht richt.

Stimulusdetectie

Vijfentwintig jaar geleden werd ontdekt hoe dat kan. De neuronen in bepaalde delen van cortex (de buitenste lagen van de hersenen) ontvangen ieder informatie uit een klein stukje van het gezichtsveld. Door je aandacht te vestigen op een bepaalde plek, zorg je dat de bijbehorende neuronen sterker op visuele prikkels gaan reageren. Daardoor worden ze gevoeliger en zijn ze sneller instaat om een stimulus te detecteren. Een prima verklaring voor het ‘mentale zoeklicht’, zou je zeggen, maar de kous blijkt nu verre van af.

Een ander deel van de hersenen dat belangrijk is voor het sturen van visuele aandacht is decolliculus superior. Wetenschappers dachten dat dat gebied ervoor zorgt dat neuronen in de cortex hun reactie op visuele prikkels versterken op het moment dat je ergens je aandacht op vestigt. Om te zien of dat klopt, schakelden wetenschappers van onderzoeksinstituten uit België en de V.S. bij twee apen de colliculus superior tijdelijk uit door een injectie met een middel dat celactiviteit remt.

Verrassing

Het effect testten ze door de apen een taak te geven: ze moesten reageren op een verandering in de richting van een bewegende stimulus in hun ooghoek. Na het uitschakelen van de colliculus superiorbleken de apen daar veel slechter toe in staat. Die bevinding sluit dus mooi aan bij wat al bekend was: de colliculus superior is nodig om de aandacht te kunnen richten op een bepaald gebied in het gezichtsveld.

De verrassing kwam echter toen de wetenschapper keken naar de veranderingen in de respons van neuronen in de cortex. Die bleken ook zonder colliculus superior hun reactie op prikkels nog net zo hard te versterken, afhankelijk van de plek waarop de aap zijn aandacht richtte. Dat mechanisme blijkt dus niet voldoende om het effect van aandacht te verklaren, gezien de slechtere testresultaten van de apen. Een andere vraag die dit onderzoek oproept: als de betrokken cortex-neuronen niet worden aangestuurd door de colliculus superior, waardoor dan wel? Het mentale zoeklicht zal de aandacht van neurowetenschappers dus voorlopig nog wel even weten vast te houden.

Het onderzoek werd op 20 september 2012 gepubliceerd in Nature.

Geplaatst door Daan Schetselaar

Maak jouw eigen website met JouwWeb